Janna kroop zo snel ze kon door de dikke buis waar ze in de fabriek in was geglipt. Achter haar hoorde ze de geluiden van het gevecht tegen Taran. Ze voelde zich een beetje schuldig dat ze niet meehielp, maar dit was haar enige kans om haar vader te vinden. En ze kon hen toch niet echt helpen.
Het was donker, koud en vochtig in de buis. Hij was eindeloos lang en het duurde wel een half uur voordat Janna het einde bereikte. Ze kwam uit op de bodem van een ronde put. Via een ladder klom ze helemaal tot boven. Het felle licht van de Zilveren Maan zorgde gelukkig voor voldoende licht. Achter haar lag de rand van het grote Schaduwbos. Hier leken de bomen nog wel donkerder dan aan de kant van het dorp.
Het was haar gelukt. Ze had Théklana bereikt. Vanaf de put liep een smal kronkelpad helemaal naar het dorp waar ooit de Numori hadden gewoond. Er was nu niet veel meer van over. Janna zag twee hoge bergen, waartussen een enorm gebouw stond. Het was opgebouwd uit een heleboel verschillende, kleinere gebouwen, die allemaal aan elkaar vastzaten. Ieder gebouwtje had een andere vorm en afmeting. Maar Janna had geen tijd om er lang naar te kijken. Ze moest haar vader vinden, en snel.
‘Pap?’ riep ze. Haar stem gleed ervandoor en vervaagde net zo snel weer. Zonder een antwoord te krijgen.
Waar moest ze beginnen met zoeken? Waar kon haar vader zijn?
Janna rende in de richting van het grote gebouw en bleef onderweg haar vader roepen. Antwoordde hij maar.
Het enorme huis van de Numori zag er van dichtbij nog spectaculairder uit. Helemaal bovenin leek een woning wel in brand te staan. En er was ook een huis dat in bloei stond, maar dat verwelkte toen Janna dichterbij kwam. Gelukkig groeiden er ook snel weer nieuwe bloemen.
Voor haar gevoel liep Janna uren rond tussen de verlaten huisjes. Ze keek overal en riep haar vader. Wat als ze hem toch niet vond? Langzaam zakte de moed haar steeds verder in de schoenen. Misschien was het een stom idee om hier naartoe te komen. En gevaarlijk. Als Taran straks hiernaartoe zou komen, liep ze groot gevaar.
‘Pap!’ riep Janna nog een keer wanhopig. Eindelijk hoorde ze een zwak antwoord.
‘Janna?’ Het was de stem van haar vader, maar waar kwam hij vandaan?
‘Pap, zeg nog eens wat!’ riep Janna.
‘Ik ben… hier,’ zei haar vader.
Janna ging op de stem van haar vader af. Ze zocht in alle woningen en liep steeds verder omhoog in het grote huis. Tot ze een woning zonder deur bereikte. De woning leek op een kleine berg. Het bestond uit een hoop dikke keien, waar mos tussendoor groeide.
Janna klopte op de keien.
‘Pap, ben je hierbinnen?’ vroeg ze.
‘Ja!’ Haar vaders stem klonk ineens heel dichtbij.
‘Ik kom je redden, pap,’ zei Janna.
Ze probeerde een rots weg te halen, maar dat lukte niet. Ze zaten allemaal stevig op hun plek.
‘Hoe ben je hier terecht gekomen?’ vroeg Janna.
‘De Geestenkoning heeft me opgesloten,’ zei haar vader. ‘Hij heeft deze woning betoverd.’
Vertwijfeld bleef Janna aan de rotsen trekken. Er moest er toch wel eentje loszitten?
‘Janna!’ klonk ineens een stem.
Toen Janna zich omdraaide, was daar ineens Vayu.
‘Vayu?’ vroeg Janna. ‘Wat doe jij hier?’
‘Het is ons gelukt om Taran te verslaan!’ riep Vayu blij. ‘Marie, Jasper en de beschermersgilde zijn weer terug naar het dorp.’
‘Wil je me helpen om mijn vader te bevrijden?’ vroeg Janna.
‘Heb je hem gevonden?’ vroeg Vayu nieuwsgierig.
Janna knikte. ‘Hij zit hier in deze woning.’
‘De woning van Terry,’ zei Vayu. ‘Een Grondnumori. Hij verstopte zich altijd en wij moesten hem dan zoeken. Ik weet wel een manier om zijn woning in te komen.’
Vayu vloog om de woning heen. ‘Kom maar mee!’ riep hij.
Janna liep over een smalle richel Vayu achterna. Hij vloog naar de achterkant van de woning. Daar bleef hij voor een kleine rotsen zweven.
‘Duw hier maar eens tegenaan,’ zei hij.
Janna duwde tegen de kleine rots. Alle rotsen bewogen plotseling en schoven een stukje uit elkaar. Er ontstond een opening.
Janna keek nieuwsgierig naar binnen. Daar stond haar vader. Met tranen in haar ogen viel ze in zijn armen.
‘O pap!’ zei ze. ‘Eindelijk heb ik je gevonden.’
Haar vader sloeg zijn armen stevig om Janna heen. ‘Dappere Janna,’ zei hij. ‘Ongelooflijk dat het je is gelukt om mij te bevrijden. Het was een grote fout van mij om hiernaartoe te komen. Laten we snel terug naar het dorp gaan, zodat ik ook je moeder weer kan zien. O, wat heb ik jullie gemist!’
Janna kon niet geloven dat ze haar vader echt vasthield. En ze kon niet wachten om hem aan de anderen voor te stellen! Lachend keek ze naar Vayu die een vreugdedansje in de lucht deed.
© 2022 Billy Bones i.s.m. Michael Reefs